Rechtbank Oost-Brabant
In dit geval vroeg de vrouw de rechtbank in kort geding om het gebruiksrecht van de woning en de voorlopige toewijzing van de kinderen in plaats van in een echtscheidingsprocedure.
Partijen zijn in 2017 getrouwd en wonen samen met hun kinderen van twee en drie jaar oud. De vrouw is 27 weken zwanger van de derde. Onlangs heeft de burgemeester de man een huisverbod opgelegd voor de duur van 10 dagen, tot 3 maart 2020. De reden hiervoor was dat de man zich intimiderend, gewelddadig en jaloers zou hebben gedragen. Op 12 april 2020 heeft de vrouw de woning verlaten omdat zij zich daar niet meer veilig voelde. De vrouw verblijft sindsdien met de kinderen bij haar ouders. De vrouw stelt dat zij niet langer bij haar ouders kan blijven en dat er sprake is van een noodsituatie. Zij vraagt de rechtbank om exclusief gebruik van de woning zonder echtscheiding.
In kort geding?
De beslissing van het hof
De rechtbank heeft daarom besloten dat het verzoek van de vrouw zal worden ingewilligd voor een periode van 6 weken. De rechtbank heeft ook besloten dat de beslissing zo nodig met behulp van de politie ten uitvoer kan worden gelegd. Partijen kunnen deze 6 weken gebruiken om therapie of begeleiding te krijgen. Als dit niet lukt, kan de vrouw voorlopige maatregelen vragen op grond van art. 822, verbonden aan een echtscheidingsprocedure.
Wat betekent dit voor andere echtgenoten?
Als er sprake is van een noodsituatie, kan een kort geding een snellere oplossing bieden dan een kort geding in het kader van een echtscheidingsprocedure. Ook wanneer de beslissing tot echtscheiding nog niet is genomen, kan een kort geding uitkomst bieden.