Kunst. 13 van het Verdrag van 5 oktober 1961 inzake de bevoegdheid der autoriteiten en het toepasselijke recht met betrekking tot de bescherming van minderjarigen

(Verdrag van Den Haag inzake de bescherming van minderjarigen van 1961)

Artikel 13

Dit Verdrag is van toepassing op alle zuigelingen die hun normale verblijfplaats in een van de verdragsluitende staten.

De bevoegdheden die door dit verdrag worden toegekend aan de autoriteiten van de staat waarvan de zuigeling de nationaliteit heeft, zijn evenwel voorbehouden aan de verdragsluitende staten.

Elke verdragsluitende staat kan zich het recht voorbehouden de toepassing van dit Verdrag aan zuigelingen die onderdaan zijn van een van de Verdragsluitende Staten.

Gerelateerde Entries