Artikel 16 van het Verdrag van 19 oktober 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen.

(Haags Verdrag inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en bescherming van kinderen 1996)

Artikel 16

(1) De toekenning of het tenietgaan van de ouderlijke verantwoordelijkheid van rechtswege, zonder tussenkomst van een rechterlijke of administratieve autoriteit, wordt beheerst door het recht van de staat van de normale verblijfplaats van het kind.

(2) De toekenning of het tenietgaan van de ouderlijke verantwoordelijkheid bij overeenkomst of eenzijdige rechtshandeling, zonder tussenkomst van een rechterlijke of administratieve autoriteit, wordt beheerst door het recht van de staat waar het kind zich bevindt normale verblijfplaats op het tijdstip waarop de overeenkomst of eenzijdige rechtshandeling in werking treedt.

(3) de ouderlijke verantwoordelijkheid die bestaat op grond van het recht van de staat waar het kind woont normale verblijfplaats blijft bestaan na een verandering van die normale verblijfplaats naar een andere staat.

(4) Indien het kind normale verblijfplaats wijzigingen, wordt de toekenning van de ouderlijke verantwoordelijkheid van rechtswege aan een persoon die deze verantwoordelijkheid nog niet heeft, beheerst door het recht van de staat van de nieuwe normale verblijfplaats.

Gerelateerde Entries